Als OCMW weten we dat armoede niet enkel een kwestie is van inkomen, maar dat de problematiek fijnmazig verweven is met onderwijs, opvoeding, vrijetijds-besteding, huisvesting, gezondheid, werk, ongeluk in het leven en zelf toeval is.
Het is een multidimensionaal kluwen waarbij een maatschappij niet altijd even doeltreffend kan ageren. Daarom zijn de uitdagingen heel groot, niet in het minst voor een stedelijk OCMW. Een armoedebeleidsplan opstellen is dus geen sinecure. Vandaar dat wij vanuit de Open Vld-fractie onze appreciatie willen uiten voor het fijnmazige en multidisciplinaire geleverde werkstuk.
Omdat Open Vld niemand in de kou wil laten staan, en van oordeel is dat elke burger de maximale kansen op ontplooiing moet kunnen genieten vinden we een rijk scala aan sociale rechten essentieel. Maar daar tegenover staan ook plichten. In die zin mag sociale fraude niet vrijblijvend zijn.
We zullen dit blijven benadrukken – tot vervelens toe – (maar onze beweegredenen collega’s zijn ingegeven door altruïsme en rechtvaardigheid). Als liberalen hebben wij geen cynisch beeld van de maatschappij, maar we zijn ons bewust van de menselijke bekoringen.
Een efficiënte werking van de fraudecel is voor ons van primordiaal belang omdat die controle immers de garantie biedt dat de kostbare steun, zowel in geldelijke als menselijke inzet, bij de juiste mensen terecht komt.
Het is ook belangrijk om het bewustzijn, het draagvlak en de solidariteit van de Gentenaars te verkwikken met die ideeën. In die zin is voor ons sensibilisering een betekenisvol thema in de nota.
Een breed maatschappelijk draagvlak voor armoedebestrijding en sociale activering wordt gebouwd op een fundament van verantwoordelijkheidszin en hoop op beterschap.
Mensen in armoede versterken loopt ook synchroon met het verhogen van hun zelfredzaamheid. Als liberalen vinden wij dat een reguliere job hebben daarbij prioritair is, vanzelfsprekend, rekening houdend met ieders mogelijkheden en met de brede integrale kijk op alle levensdomeinen in al hun varianten.
Indien een OCMW meer tijd en middelen kan investeren in begeleiding en activering van mensen betekent dit een hogere toegevoegde menselijke waarde in termen van armoedebestrijding.
Dit levert een dubbel voordeel op :
1. De cliënt is niet langer afhankelijk van een uitkering en verwerft, zodoende een inkomen dat hoger is dan het leefloon.
2. Het OCMW kan tijd en middelen investeren in de begeleiding van andere cliënten die de geboden omkadering goed kunnen gebruiken.
Een reguliere job is wellicht één van de kortste uitwegen uit armoede.
Als we de stelling poneren dat armoede een onrecht is, wat is dan armoede bij kinderen ?
Voorzitter, collega’s ….. kunt u een woord dat sterk genoeg is om het onrecht te omschrijven wat een kind treft in armoede ? Ik vrees dat er hier geen woorden voor zijn.
Gelukkig staat deze bestuursploeg als 1 man achter een doeltreffende en krachtdadige bestrijding van elke vorm van kinderarmoede !
Het is dan ook evident dat we kinderarmoede, in een zo vroeg mogelijk stadium willen detecteren. Gezinnen met jonge kinderen moeten hierbij worden gecoacht, geadviseerd en gestimuleerd met de juiste prikkels.
Preventief advies kan er toe leiden dat mensen meegesleurd worden in de wrede neergaande rollercoaster van de armoedespiraal.
Een trieste vaststelling is ook; dat kinderen in armoede, vaker zonder diploma de school verlaten. Voor liberalen is het daarom cruciaal dat kinderen tijdig instappen in het onderwijs.
Uit vele studies uit binnen en buitenland en uit recente rapporten van de OESO blijkt dat, wanneer kinderen al naar school gaan voor de lagere school, zij meer kans hebben op een goede schoolloopbaan. Wij zien dan ook onderwijs als een hefboom om die zogenaamde generatiearmoede te doorbreken.
Voorzitter, collega’s, armoede is een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid, waar wij ook als liberalen verantwoordelijkheden willen opnemen.We onderschrijven dan ook met klem het voorliggende armoedebeleidsplan en kijken uit naar het jaarverslag en naar het 2-jaarlijks bijgewerkt groeiactieplan.
(Tussenkomst in de OCMW-raad van 10 juni 2014 bij het punt “Armoedebeleidsplan 2014-2019”)